top of page

Waarom cultuursensitieve zorg?

Ze schreeuwde haar onmacht uit. Maar ik verstond haar niet. Een woordenbrij in het Turks en Koerdisch galmde door de telefoon. Ze was ondergebracht in een woonzorgcentrum en de zorgverleners vroegen of ik haar via de telefoonlijn wilde geruststellen. Ik voelde haar angst aan de andere kant van de lijn maar ik liet het daarbij.

 

Mijn vader heeft nooit durven praten over zijn ziekenhuisverblijf. Toen ik aandrong vertelde hij dat hij ’s morgens vroeg werd wakker gemaakt door twee luide verpleegkundigen die aankondigden hem te gaan wassen in zijn ziekenhuisbed. Hij had niet verwacht op zo’n jonge leeftijd al een kankerpatiënt te zijn noch zijn zelfredzaamheid op te geven. ‘Het was vernederend’, zei hij, zonder mij aan te kijken. Ik liet het daarbij.

 

Mijn moeder sprong veel te vroeg uit haar bed na haar operatie en begon zichzelf te wassen in het krappe badkamertje van het ziekenhuis, nieuw in haar gemeente, gefusioneerd met een buurgemeente. De verpleegkundige schreeuwde tegen haar dat ze nog niet mocht opstaan zo vlak na haar operatie, ze zou haar wel wassen. Mijn moeder schreeuwde terug: ‘ik kan mezelf wel wassen.’ Ze voelt nog altijd dezelfde woede opborrelen als ze aan die dagen denkt. Ze denkt niet aan de kanker, maar aan de botte verpleegkundigen.

 

‘Mensen mogen mij pas wassen als ik dood ben, zolang mijn twee armen en twee benen functioneren zal ik voor mezelf zorgen. Als je dan toch voor verpleegkundige gaat studeren, houd dan rekening met onze mensen. Wij betalen hier ook belastingen!’

 

Ik liet het daarbij.

 

De Turkse opa schreeuwde dat hij zich schaamde toen ik hem, als stagiaire verpleegkundige, tot de orde moest roepen van mijn stagebegeleider. Er zou vast en zeker wel een connectie zijn omdat we allebei Turks praatten. Ik zei dat ik de Turkse opa wel begreep en dat opdringerig gedrag niet wenselijk was in onze cultuur. Het mocht niet baten, ik werd naar zijn kamer gestuurd om hem tot andere, westerse inzichten te brengen. Hygiënische zorgen primeerden boven cultuur. Schaamte moest hij maar in zijn land achterlaten, dit was België. Hij moest en zou gewassen worden.

 

‘Ik schaam mij, mijn kind!’

 

Waren de laatste woorden die ik van hem heb gehoord. Vlak na zijn wanhoopskreet zou hij sterven aan hartfalen. Ik liet het daarbij.

 

Ik had ooit een Syrische moeder als patiënt. Zij verstond mij niet maar ze vertrouwde mij. Haar zonen spraken in het Nederlands met mij, elke dag, elke dienst, elk moment dat ze mij zagen. Ze had levercirrose door alcoholmisbruik. Ze dronk alcohol om de pijn te verdragen, zeiden ze. Ik vroeg over welke pijn het ging, konden ze de pijn beschrijven misschien? Het was hartzeer omdat haar man, hun vader, haar elke dag sloeg. Was het niet met een riem, dan was het met een glas dat hij brak op haar hoofd. Elke dag dronk ze om de pijn te verdoven en om normaal te kunnen functioneren.

 

‘U weet ook wel hoe onze mannen zich kunnen gedragen, mevrouw de verpleegkundige, ze is gebroken. Hij is onze vader maar ook onze duivel in huis.’

 

Mijn Vlaamse collega’s spotten met haar: ‘de Syrische zatte Rita is weer opgenomen.’ Haar zonen rekenden op mij. Zij, hun moeder, werd elke dag zwakker, ze bad voor mij: ‘ik hoop dat je een man kan vinden die jou als een prinses behandelt, ze zijn heus niet allemaal zoals mijn man. Kijk naar mijn zonen, ik heb ze opgevoed tot echte mannen. Echte mannen zijn mannen die hun vrouwen beschermen. Mijn enige fout is dat ik mij heb overgegeven aan dat vergif. Misschien was ik te zwak, misschien hield ik te veel van alcohol, alleen god zal over mij oordelen.’

 

Ze kuste mijn hand, de hand die haar laatste morfine-shot had toegediend waardoor ze in een diepe slaap verzonk. Ze werd nooit meer wakker. Haar zonen vertrokken naar huis om de begrafenis te regelen, naar hun vader. Mijn collega’s zeiden enkel maar dat ze niet zo veel had moeten drinken. Ik liet het daarbij.

 

Ooit zei een Vlaamse chirurg van Turkse origine dat het evident was dat hij meer aandacht besteedde aan mensen uit zijn gemeenschap. Ik was furieus omdat ik als idealistische verpleegkundige vond dat je geen onderscheid mocht maken tussen patiënten. Maar ik begreep in die tijd dan ook niet wat hij bedoelde. Hij had met heel weinig woorden proberen uit te leggen dat cultuursensitieve zorg nog niet echt geïntegreerd was in onze zorgsector. En dat hij als lid van de Turkse gemeenschap meer aandacht besteedde aan patiënten met Turkse roots. Hij was een arts die mij een kleine wondzorgtechniek had geleerd toen ik nog stagiaire was. Ik hing aan zijn lippen, maar ik was geen uitzondering in die tijd. Het zorgpersoneel trok aan zijn mouw voor aandacht. Hij was de meest sympathieke, coole, sociale, empathische chirurg die ik ooit had ontmoet. Hij was.

 

Als ik iemand moet dankbaar zijn voor de inspiratie van mijn nieuwste schrijfproject dan is hij het wel. Cultuursensitieve zorg was in die tijd nog geen begrip. Nu is het een begrip dat door academici wordt onderzocht maar er wordt nog altijd niets mee gedaan in onze Vlaamse ziekenhuizen. Er is geen interesse is mij verteld. Mijn vader is al 51 jaar in België, de migratiegeschiedenis van dit land is al langer dan 60 jaar maar we weten nog altijd niet hoe we met andere culturen moeten omgaan in uitzonderlijke doch alledaagse situaties. Zorg is alledaags. We zorgen voor mensen en voor onszelf maar binnen de vier muren van een zorginstelling kijken we met argusogen naar zorgvragers met een migratieachtergrond als ze ziek zijn, als ze kwetsbaar zijn of als ze rouwen. We weten niets over hun pijn- of ziektebeleving. En dan zwijg ik nog over de vele andere cultuur- en taalbarrières. Maar die wil ik op termijn met u delen. Door verhalen van andere mensen met migratieachtergrond te delen. Door over een groep te schrijven die vergrijst en exact dezelfde zorgbehoeften zal hebben als de autochtone senioren in dit land. Ik ben eigenlijk best benieuwd naar hun verhalen. Maar ook naar hun gezichten. Ik zal ze een stem en een gezicht geven zodat ze de erkenning krijgen die ze niet hebben gehad in een zorginstelling of bij een zorgverlener.

 

Ik zie jou, ik hoor jou, ik valideer jou. Dit zijn de woorden die een zorgvrager nodig heeft. Ook een zorgvrager met migratieachtergrond.

 

 

 

 

 

 

Comments


bottom of page