Het ware verhaal van een sociaal onderneemster, column Doorbraak, 19 februari 2021
- pinarakbas
- 19 feb 2021
- 6 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 28 aug 2021
Sociaal ondernemen moet niet hip worden ‘Ik heb armoede gekend in mijn kindertijd, ik weet wat dat is. Dus ik kan ook teruggaan naar een bescheiden leven. Die meisjes moeten studeren, de wereld verkennen en ik moet hun venster zijn.’
Haar onderlip trilde toen ze die woorden uitsprak en haar donkere ogen vulden zich met tranen. Ik had haar willen behoeden voor financieel moeilijke tijden. Die waren er al, maar ik wilde niet dat haar leven nog complexer werd dan het al was.
Harde werkers zonder netwerk
Kanker had voor de tweede keer zijn intrede gedaan in ons gezin. Daar zaten wij, moeder en dochter, hand in hand, op een bankje in het park in Neerpelt. De winterzon scheen op onze huid, we warmden ons op aan de zonnestralen. Het moet exact rond deze periode zijn geweest, bedacht ik me laatst. En ik bedacht me ook dat ze mij zou vermoorden als ze wist dat ik dit geheimpje van haar zou delen met de wereld. Ik heb er dan ook lang over getwijfeld om dit verhaal te brengen. Maar soms dwingt de actualiteit de verhalen van stille weldoeners te brengen: omdat het gevoel van onrechtvaardigheid heerst, omdat zij geen marketingbureau hebben en niet weten wat lobbyen is.
'Werken was voor haar een vanzelfsprekendheid.'
Harde werkers hebben geen netwerk, daar hebben zij nu eenmaal geen tijd voor. Het was het jaar 2006. Op haar vijftigste werd ze voor de eerste keer geconfronteerd met de kwetsbaarheid van haar lichaam. Werken was voor haar een vanzelfsprekendheid. Geld een middel om vooruit te komen, economische zelfstandigheid, onafhankelijkheid, emancipatie. Vandaag gebruiken we hippe Engelse termen zoals empowerment.
Het labyrint van het leven
Op de dag dat ze wist dat ze kanker had, wilde ze alleen blijven. Ze had haar snackbar nog waar ik na mijn werk ging helpen. Maar ze had mij vroeger naar huis gestuurd zonder mij iets te vertellen over haar diagnose. Ik was verloren in die tijd. Ze wilde dat ik het labyrint van mijn leven zelf zou ontvluchten, maar ik kon de uitgang maar niet vinden. Verdriet en frustraties beukten mij de grond in, maar ik stond telkens recht. Daarom moest ze nog bedenken hoe ze mij het nieuws zou brengen. Het was de tijd dat wij mekaars ziel verzorgden, dat zij mij nauwer observeerde omdat ik in een vechtscheiding zat waar maar geen einde aan kwam.
'En ze vertelde over haar ziekte, de artsen, het ziekenhuis, de ingreep die was gepland over een paar dagen.'
Het was de tijd van de verwijten en de ruzies en zelftherapie. Op haar vrije dag, een dinsdag, zat ze thuis en vroeg ze mij om na het werk binnen te springen in het ouderlijk huis. En ze vertelde over haar ziekte, de artsen, het ziekenhuis, de ingreep die was gepland over een paar dagen. En ook over haar snackbar die ze met veel pijn in het hart moest sluiten, want na de ingreep zou ze moeten revalideren. Ze was moe, zei ze, dat had natuurlijk allemaal te maken met haar ziekte maar ook met de turbulente jaren die haar lichaam, geest en ziel hadden moeten trotseren. Ik had nog nooit zo lang gezwegen, de stille seconden duurden een eeuwigheid. Wat volgde was een moeder en een dochter die in mekaars armen vielen nadat nog meer woorden overbodig werden. Snikkend, zuchtend, trillend, terwijl onze tranen zich onderling vermengden en de wereld wat mij betrof voor lange tijd mocht stilstaan.
Een levensdoel
Toch duwde ze mij na een bepaalde tijd weg: ‘Ik wil nog één ding verwezenlijken als ik dit overleef.’ ‘Je gaat dit overleven, moedertje’, antwoordde ik snel achter mijn zakdoek.
'Financieel en moreel wilde ze haar maatschappelijke bijdrage leveren'
Ze wilde jonge meisjes in armoede helpen met hun studies. Financieel en moreel wilde ze haar maatschappelijke bijdrage leveren om de dromen van kleine meisjes te laten uitkomen. Want zij had nooit mogen dromen. In het dorp in Anatolië waren dromen niet toegestaan, het was de barre realiteit die je tussen droom en waak hinderde om naar die onschuldige droomfase over te gaan in je kindertijd.
Anoniem blijven
‘Ik heb met een zekere honger geleefd sinds mijn elfde. Boeken, radio, tv, kranten, alles wat jij ter beschikking hebt en als een evidentie beschouwt, was een gemis in mijn leven. Als ik vandaag, door hard te werken, ben geworden wie ik ben en de vrijheid geniet om mezelf te kunnen ontwikkelen, dan ben ik het aan mijn elfjarige ik verschuldigd.’
De operatie was gunstig verlopen, ze revalideerde, sliep veel. Haar lange, golvende haren, die ze in een stevige lange vlecht bijeenhield, waren weg. Daarna klaarde ze elke dag beetje bij beetje op. We gingen op zoek naar kleine meisjes tussen acht en twaalf jaar oud die in kansarmoede leefden. Ze wilde zelf zo veel mogelijk anoniem blijven voor die meisjes.
Hard studeren als voorwaarde
‘Ik wil geen sinterklaas zijn en ik wil mezelf ook niet profileren. Die meisjes moeten studeren in de beste omstandigheden.’
Maar toch bleken de ouders van die meisjes heel dankbaar te zijn en stuurden ze pagina’s lange brieven naar mijn moeder met verhalen over hun dochters die vreugdedansjes hielden telkens ze dozen vol schrijfmateriaal ontvingen. Of als ze geld ontvingen voor hun handboeken. De voorwaarde was dat ze heel hard moesten studeren. Hun rapporten werden naar ons toegestuurd, ze scoorden telkens heel hoge punten. Mijn moeder kocht dan kleren en schoenen voor de meisjes als beloning. In de dozen met kleren en studiemateriaal verstopte ze ook chocolade en snoepjes.
'Ik kan die schallende kinderstemmen letterlijk horen tot hier.'
‘Ik kan mij de vreugdekreten van die kinderen al voorstellen als ze de doos opendoen. Ik kan die schallende kinderstemmen letterlijk horen tot hier. Ik was ook zo als kind wanneer je oom, mijn oudste broer, ons verraste met cadeautjes,’ zei ze altijd als ze de doos voldoende goed had dichtgeplakt, klaar voor één of andere bestemming.
Sobere tijden
De donkere kringen onder haar vermoeide ogen waren duidelijk zichtbaar voor mij maar niet voor die kinderen. Ze was hersteld van haar operatie, werd regelmatig opgevolgd door de artsen, maar ze kon de slaap niet vatten omwille van financiële problemen. Ze was een kleine zelfstandige geweest die door haar ziekte het faillissement had aangevraagd. Gelukkig had mijn vader een mijnwerkerspensioen waar ze op kon terugvallen. De financiële krater was groot maar niet te diep. Ze moest enkel letten op haar uitgaven. Na een paar jaar zou ze haar financiële vrijheid terugwinnen.
'Ze moest niet alleen aan haar lichamelijke en geestelijke gezondheid denken, maar ook aan haar financiële gezondheid.'
Dus ik wilde met haar, tijdens een wandeling in het park in Neerpelt, praten over haar steun aan haar meisjes. Ze moest niet alleen aan haar lichamelijke en geestelijke gezondheid denken, maar ook aan haar financiële gezondheid. Het was voor haar een verwaarloosbaar gesprek. Ze had geen oren naar mijn argumenten.
‘Wat jij niet begrijpt, Pinar…’
‘Dan eet ik elke dag wel toast met kaas en drink ik oploskoffie. Mensen in armoede zijn creatief, ik heb dat van mijn moeder geleerd. Ik bedenk er wel iets op. Ik wil niet dat jij daarover gaat piekeren. Het is niet jouw probleem. Die meisjes zijn niet jouw verantwoordelijkheid. Wat jij niet begrijpt, Pinar, is dat je in alle comfort bent opgegroeid en hebt kunnen studeren. Ik heb de huur van twee studentenkoten betaald, jouw broer en jij vonden dat vanzelfsprekend. Alsof het jullie recht was om zorgeloos te kunnen studeren.’
‘Studeren is een recht, zorgeloos studeren is een voorrecht. Soms lijk je dat gegeven te vergeten. Ik weet wat het is om met honger naar bed te gaan, ik hoor de stemmen van mijn ouders nog altijd als ze ruziemaken over geld. Ik voel de klappen van de meetlat van mijn leerkracht nog altijd op mijn hand als ik niet zuinig was geweest met mijn potlood. Moet ik die meisjes nu teleurstellen? Ze hebben al een teleurstelling in hun leven die ze elke dag moeten aanvaarden en dat is het leven in armoede.’
'Haar maatschappelijke schuld woog voor haar zwaarder door dan haar financiële schuld.'
Ik heb mij daarna nooit meer bemoeid met haar meisjes. Het was haar leven. Haar maatschappelijke schuld woog voor haar zwaarder door dan haar financiële schuld. Mijn moeder at inderdaad sober gedurende een paar jaren, kocht voor haar en mijn vader geen kleren. Ze zocht altijd naar de goedkoopste producten in de supermarkten, ging niet op reis. Ze calculeerde het bedrag van brood in haar maandbudget. Ik ken het bedrag van brood tot op de dag van vandaag nog altijd niet. Het waren harde jaren. Maar ze bleven positief, mijn ouders.
Hallucinante bedragen
De meisjes studeren nu nog steeds of zijn afgestudeerd. Het levenswerk van één persoon is rond en dat zonder subsidies en zonder gelobby. Ze heeft geïnvesteerd in mensen met haar eigen middelen. Tot op de dag van vandaag vervloekt ze het kapitalisme. Mocht ze meer geld gehad hebben, dan had ze meer meisjes kunnen helpen. Zegt de vrouw die haar haren gedurende verschillende jaren heeft geverfd met de helft van de inhoud van de haarkleuring die ze kocht in het Kruidvat. De andere helft was voor een volgende verfbeurt. Een doosje haarkleuring in het Kruidvat kost 6,50 euro.
'Ze zou hiervoor ook geen applaus willen.'
Ik heb nooit over het levenswerk van mijn moeder willen schrijven omdat ze stond op werken in de luwte. Bescheiden en discreet, zonder te veel gepraat. Ze zou hiervoor ook geen applaus willen.
De magische hand van één stille weldoener heeft verschillende mensen geraakt, ouders en kinderen, met als doel: meisjes emanciperen zodat ze uit de vicieuze cirkel van armoede en sociale ongelijkheid konden doorbreken. En dan lees je over hallucinante bedragen die rondcirculeren in het circuit van de sociale ondernemers, de lobbycratie en het politieke landschap. Je ziet daarop het beeld van je ouders die thuis zaten te wachten op hun maandloon zodat ze boodschappen konden gaan doen. Dat beeld van mijn ouders zal mij tot mijn dood blijven achtervolgen.
Comments