top of page

Eén jaar corona: een les in nederigheid, column Doorbraak, 2 april 2021

Bijgewerkt op: 28 aug. 2021

Kwaliteitszorg vraagt tijd en energie


We zijn één coronajaar verder en wat is de balans? Dat we niet enkel gemaakt zijn om te werken maar ook om te leven. Het is ongetwijfeld herkenbaar voor velen. Werken en thuiskomen is zo’n beetje de toon van een heel coronajaar.


De monotonie heeft het dagelijks leven overgenomen. Wij zijn mechanisch geworden, voeren enkel nog opdrachten uit. Wie nu nog vreugde haalt uit de huidige voorspelbaarheid van het leven verdient een standbeeld.


Een waardevolle beslissing


Ik kwam op 1 februari van dit jaar zo fris als een hoentje aan in het ziekenhuis, na een passage op politieke kabinetten, waar mijn collega’s de eerste en de tweede coronagolf hadden bestreden en overleefd. Bij sommigen zag ik nog de mentale littekens die de vermoeidheid in de ogen onthulden. Ik zit nu twee maanden op een afdeling die gefusioneerd is met een andere afdeling omwille van de uitzonderlijke tijd waarin we ons bevinden. We komen in aanraking met verschillende disciplines, verschillende ziektebeelden, medicatie en protocollen en verschillende artsen die allemaal een andere werkwijze hanteren. Het is geen competitie maar niemand kan het zorgpersoneel verslaan op vlak van flexibiliteit.

'een bevestiging dat ik een waardevolle beslissing heb genomen'

Ik heb fysiek dus nog niet op mijn eigen dienst gestaan. Maar dat is geen probleem. Elke dag die ik in het ziekenhuis als verpleegkundige spendeer, is een bevestiging dat ik een waardevolle beslissing heb genomen om terug te keren naar de zorg. Want ik was er al bijna drie jaar uit. En de medische en verpleegkundige wereld evolueert zo snel dat ik bang was om die ontwikkelingen niet meer te kunnen volgen. Dus ik ben precies op tijd teruggekeerd naar een ondergewaardeerde sector die al enige tijd kreunt onder een personeelstekort.


Kansen in de zorgsector


Ik ben van opleiding een gegradueerde verpleegkundige. Het ziekenhuis geeft kansen aan zijn personeel om zich om te vormen tot een bachelor. Wij worden gemotiveerd in de juiste richting om ons verder te ontplooien. Maar ook om onze kansen in de zorgsector te vergroten. De bijkomende opleiding duurt tweeëneenhalf jaar en houdt in dat je werkt en studeert. In totaal zal ik dus om en bij de zes jaar gestudeerd hebben om gekwalificeerd te zijn voor een bepaalde ziekenhuisdiscipline of om in een hoger loonbarema te geraken, ook niet onbelangrijk.

'Verpleegkundigen op intensieve zorgen hebben een andere, meer technische bagage en kennis'

Verpleegkundigen op intensieve zorgen hebben een andere, meer technische bagage en kennis dan verpleegkundigen op een geriatrische afdeling. Een verpleegkundige op revalidatie zal meer aandacht besteden aan functie- en krachtwinst van een lidmaat na een niet aangeboren hersenaandoening. Een andere verpleegkundige zal zich meer focussen op parameters zoals koorts en pijn, bijvoorbeeld bij een geriatrische patiënt die een urineweginfectie ontwikkelt. Een oncologisch verpleegkundige zal niet enkel de patiënt klinisch observeren maar ook weten hoe ze de psyche bij een slecht nieuwsgesprek moet aanvoelen en dit bespreken met de behandelende arts.


Kwaliteitszorg


Linken leggen en medicatieschema’s bestuderen, meedenken met de arts en een behandelplan opstellen. En dat allemaal in een wetenschappelijk kader waar wij, zorgverleners, continu onze kennis moeten bijspijkeren om de ziektebeelden van onze patiënten te kunnen analyseren en zorg op maat te kunnen bieden. Het is sowieso al moeilijk om de opleiding af te ronden, het is nog moeilijker om je te bekwamen in iets.


Dat vergt tijd en energie, van beide partijen, het ziekenhuis en de zorgverlener. Men investeert in de toekomst door kennis aan te bieden. Kwaliteitszorg is een continue evaluatie en neemt veel tijd en energie in beslag. Daarbij, om volledig als verpleegkundige operationeel te kunnen zijn op eender welke ziekenhuisafdeling heb je ook een jaar nodig. Intensivist Geert Meyfroidt van het UZ Leuven bevestigt mijn stelling in een tweet die hij eerder deze week de wereld in stuurde.


Preventie voor chaos


Eén jaar Corona en het ziekenhuispersoneel doet nog elke dag zijn best om zijn patiënten te verzorgen. Met de beperkte middelen die er zijn en een structureel personeelstekort. Burgers volgen met argusogen het stijgen en het dalen van het aantal Covidpatiënten en -bedden in de ziekenhuizen. Net zoals het zorgpersoneel hopen ze op een sprankeltje hoop, een groen licht dat een zorgeloze zomer, het rijk der vrijheid moet aankondigen. Hadden de ziekenhuizen in coronatijden de bedden op intensieve zorgen nog hoger kunnen opschalen? Zelfs de collega’s die nu op de Covid-afdelingen helpen, geven toe dat ze niet voldoende gekwalificeerd zijn om op intensieve zorgen te werken.

'Willen we chaos vermijden, dan zullen we ons moeten organiseren.'

Maar ze doen hun best en ondersteunen waar nodig de collega’s van de intensieve zorgen. Bij een volgende crisis zullen we allemaal terugkijken op deze periode van chaos en verwarring en denken aan de patiënten die op onze bedden hebben gelegen. Maar we zullen ook voor onszelf een individuele balans moeten opmaken. Willen we chaos vermijden, dan zullen we ons moeten organiseren. Ziekenhuizen zullen een preventiebeleid moeten uitstippelen en meer moeten inzetten op interne opleidingen, ontwikkeling en innovatie.


De stresstest voor de zorgsector


Ik herinner mij dokter Jochen Nijs, een gastro-enteroloog in het Sint-Trudo Ziekenhuis in Sint-Truiden die bij de eerste golf door de reporters van Terzake werd gevolgd. Hij werd in korte tijd omgeschoold tot Covid-arts. Wat mij vooral is bijgebleven in die reportage is de onzekerheid in zijn ogen. Ik dacht bij mezelf: ‘Wat mooi, de arts, als mens, die zijn onzekerheden niet wegmoffelt achter jargon en medische termen. Toegankelijk en menselijk.’ Een jaar later wilde ik zijn balans horen. Ik wilde weten wat hij had gezien en wat er dient te gebeuren om zo snel mogelijk personeel te kunnen inschakelen bij een volgende pandemie?


Jochen Nijs: ‘Die onzekerheid was zeker niet gespeeld. Iedere epidemie of pandemie heeft specifieke noden. De SARS-Cov-2 pandemie heeft een enorme druk gelegd op het zorgsysteem en vooral op intensieve zorgen. Wat we moeten doen bij een volgende pandemie is moeilijk te voorspellen. Stel dat we een pandemie krijgen met een hemorragische koorts (zoals Ebola), dan heeft dit mogelijk weer heel andere noden. De structurele onderfinanciering van de zorgsector is tijdens deze pandemie pijnlijk duidelijk geworden. De pandemie is een echte stresstest voor de zorgsector.’

'Door de onderfinanciering is er ook erg weinig marge om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden.'

‘Ik laat in het midden of we dit goed hebben gedaan, of dat het op bepaalde vlakken misschien beter kon. Wat ik wel met absolute zekerheid weet is dat door de grote flexibiliteit die de zorg heeft getoond, het zorgsysteem gekraakt, maar niet gebroken is. Door de onderfinanciering is er ook erg weinig marge om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden. Wat mij betreft zou een goede strategie op lange termijn zijn een verhoging na te streven van de inzet voor preventie. Er is mijn inziens veel minder energie (en geld) nodig om een ziekte te voorkomen dan om een ziekte te genezen.’


Nederigheid


Geld dus. We hebben geld nodig. Niet een zoveelste les in nederigheid van de premier. Ik weet dat die opmerking niet sloeg op het zorgpersoneel, maar het vreet aan de mensen, aan ons, die al een jaar lang werken en thuiskomen. De nederigheid waar premier Alexander De Croo over sprak was dan ook een zoveelste voorbeeld van de kloof tussen politici en burgers, waarbij de politici totaal geen voeling hebben met het Vlaanderen waarin wij ons bevinden. Als er één deel van de bevolking is dat lessen dient te krijgen in nederigheid, dan zijn het wel onze politici. In plaats van meningsverschillen uit te vechten op sociale media, kunnen deze mensen best nederig zijn en in de luwte verder werken om ons de beloofde vrijheden terug te geven.


Men dient nederig te zijn in stilte wanneer stilte nodig is en spreken wanneer correcte informatie voor de bevolking nodig is. En niet zomaar voorbarige conclusies trekken, absurde maatregelen – herinner u de recente maatregel van het Overlegcomité waar burgers aan het raam moeten zitten in de trein – of eerder genomen beloftes intrekken. Nederig zijn naar de bevolking toe in de verwachtingen die men stelt. Nederig zijn naar de essentiële sectoren. Nederig zijn naar de democratie en de vrijheden. Want nederigheid leer je pas als je dag in dag uit met mensen werkt. Nederigheid leer je pas als je oprecht met de mensen communiceert, beste premier.


3 weergaven0 opmerkingen

Gerelateerde posts

Alles weergeven
bottom of page