Mijn boek Niran en ik is uit! De wereld mag eindelijk kennismaken met de echte Pinar Akbas. Deze Pinar had een verhaal te vertellen en droeg geheimen in haar hart die haar ziel geen rust meer gunden. Deze Pinar leerde te zwijgen maar het vuur bleef de onrust oppoken en spuwde vlammen in de vorm van woorden op een blanco Word-pagina. Wij praten nu, mijn moeder en ik. Mijn Niran, mijn moeder. Onze stemmen mogen wat mij betreft nog luider galmen. De boodschap van Niran en ik mag wat mij betreft nog dieper doordringen in de hoofden van mensen die niet wisten dat Turkse vrouwen in Vlaanderen en Nederland nog altijd niet geestelijk bevrijd zijn van de vrouwonvriendelijke tradities van hun eigen gevangenis. De gevangenis van het patriarchaat, waar vrouwen de kampbewaarders zijn en zwaaien met de sleutels van de cellen waar vrouwen zonder een stem enkel maar overleven door dociel de dagelijkse genderstrijd naast zich neer te leggen. Door te koken, te poetsen en te zwijgen. Vooral zwijgen.
Wij praten nu, mijn moeder en ik. Omdat er nog altijd vrouwen zijn die andere vrouwen aan de schandpaal nagelen. Het gebrek aan vrouwelijke solidariteit is een reëel feit en is niet het tastbare, niet het zichtbare in de vorm van Turkse theekransjes waar vrouwen gezellig zitten te keuvelen over de laatste ontwikkelingen in de rechtszaak Depp-Heard. Vrouwelijke solidariteit is niet een foto die mijn inbox bereikt waar Turkse vrouwen mij de les spellen over mijn verraad naar de Turkse gemeenschap toe. In alle eerlijkheid ken ik die vrouwen, ik ken zelfs hun stambomen. Ik weet dat één vrouw de grote verantwoordelijkheid van het dragen van een hoofddoek naast zich heeft kunnen leggen nadat haar vader gestorven was. Ik weet dat één vrouw de tante is van een jongeman die uit het ouderlijk huis werd gezet nadat hij uit de kast kwam. Ik weet dat één vrouw haar voltijdse job heeft opgegeven omdat haar echtgenoot dat wenste, hij wilde een warm nest als hij ’s avonds van het werk thuiskwam. Alsof dat warm nest niet kon gecreëerd worden met een werkende vrouw. Na een decennium huwelijk verliet hij haar en bleef zij alleen achter zonder werk. Ik zie een andere vrouw op de foto die de zus is van een femicidepleger. Ik zie vooral veel lachende gezichten die hun eigen verleden discreet hebben weggemoffeld. En die nu voor de schijn over vrouwenrechten spreken. Ik hoor jullie niet, dames! Jullie hameren netjes op die nagel aan de schandpaal waar jullie mijn plaats al lang hebben bepaald. Ik hoor jullie niet als er een jong Turks bruidje een rood lint om haar middel moet dragen op haar eigen bruiloft. Een rood lint om te bewijzen dat ze nog kuis en maagd is en dat ze de eer van haar vader en broer(s) niet heeft beschadigd. Een rood lint om een vrouwonvriendelijke traditie te eren omdat dat nu eenmaal zo hoort in Vlaanderen, hartje Europa. Ik hoor vrouwen niet als een andere Turkse vrouw trots verkondigt dat ze een moderne vrouw is als ze haar zoon op kot stuurt met een pakje condooms tussen zijn studiegerief. Hij mag de wereld ontdekken is de boodschap van de moeder.
‘En je dochter dan?’
‘Je verwacht te veel, Pinar’, is het antwoord.
Misschien verwacht ik te veel inderdaad. Misschien verwacht ik dat deze vrouwen nadenken, dieper op bepaalde verwachtingspatronen ingaan, wat diepgang zoeken in opvoeding tussen jongens en meisjes, wat meer durven nadenken en minder dingen weglachen. Want dat laatste is exact wat deze vrouwen doen bij de sketches van de Turkse stand-up comédienne Yasemin Sakallioglu. Deze jonge vrouw toert nu in Turkije en Europa en is immens populair in binnen- en buitenland omdat ze over herkenbare anekdotes vertelt die wij allemaal als jonge meisjes hebben meegemaakt. Heel veel sketches verwerkt ze op haar Instagram-profiel en ik zie de honderdduizenden likes en reacties van zelfs jonge Turkse vrouwen in West-Europa die zich een kreupel lachen met de imitaties van Sakallioglu die haar moeder op een grappige manier nabauwt als ze haar dochter nog eens een ouderlijke preek geeft.
In een sketch imiteert ze haar moeder die haar dochter streng toespreekt. De dochter is weg met haar vrienden en is haar huishoudelijke taken ontlopen. De moeder roept letterlijk: ‘Ik sluit even de ramen want mijn vijanden (!) mogen mij niet horen! Met welke hoerenzonen ben je op stap? Durf niet één stap te wagen in deze straat, je bent niet meer welkom hier, ga maar naar die hoerenzonen!’
In een andere sketch deelt een dochter mee dat ze met haar vrienden heeft afgesproken. Sakallioglu, die een moeder imiteert, antwoordt met: ‘je blijft thuis, ik voed geen hoeren op zoals andere mensen!’
Merkwaardig toch dat deze woorden worden gebruikt. Vrouwen baren hoerenzonen en vrouwen die een ruime vriendenkring en sociaal leven hebben zijn hoeren voor deze moeders. Nog merkwaardiger is dat dit wordt weggelachen. We lachen belangrijke nuances weg, beste Turkse dames van de vrouwelijke solidariteit. In hartje Europa maken deze jonge vrouwen dezelfde moeder mee die Sakallioglu in haar jongere jaren heeft meegemaakt in Istanbul. De comédienne zet aan tot nadenken. De vrouwen, die mijn verhaal willen ontkrachten door te zeggen dat er net wel vrouwelijke solidariteit bestaat, lachen omdat het herkenbare anekdotiek is. Maar denken niet verder na. Omdat ze het niet willen, omdat ze het niet kunnen. En net dat is geestelijke bevrijding. Durven nadenken en benoemen en je stem laten galmen door de Europese straten omdat de Turkse vrouw nog altijd niet bevrijd is. Omdat de Turkse vrouw niet eenzaam mag zijn. Omdat de Turkse vrouw beter verdient dan een andere vrouw die haar een hoer noemt. Of haar beschuldigt omdat ze een hoerenzoon op de wereld heeft gezet. Vrouwen baren geen hoerenzonen. Het zijn de mannen die vrouwen degraderen tot hoeren die hoerenzonen baren. En die vrouwen nemen die taal over. En de Turkse ‘geëmancipeerde’ vrouw lacht alles weg. En durft de gevoelige onderwerpen niet aan te klagen.
Ik heb vrede met mijn verleden, ik sta achter elk woord, elke zin in mijn boek. Ik sta achter mijn verleden. Ik hoef ook geen uitnodiging van Turkse vrouwen die zeggen dat ik moet proeven van hun vrouwelijke solidariteit. Ik bedank daar vriendelijk voor omdat de uitnodiging geen greintje authenticiteit in zich draagt. Sta eerst achter jullie eigen verleden. Het is niet genoeg, beste Turkse dames, jullie theekransjes zijn niet genoeg. Jullie vrouwelijke solidariteit is niet genoeg om de volgende generaties van jonge vrouwen met Turkse roots in Europa te behoeden voor de confrontatie met de sleutel van hun eigen gevangenis.
Het boek ligt binnen handbereik, zodra er tijd is, val ik gretig aan. Fantastisch hoe jij dit aankaart en voor het waardig vrouwzijn vecht in onze maatschappij. Charline