Ruim 72% van de Belgische Turken stemde voor de huidige president Erdogan tijdens de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in Turkije. Ik heb voor alle duidelijkheid niet gestemd wegens principiële redenen. Redenen die de inwoners van Turkije ons, de stemgerechtigde Europese Turken, ook opwerpen op een verwijtende toon.
Wij hebben volgens hen niets te beslissen over het land waar wij niet wonen. Wij voelen niets van de stijgende inflatie, wij maken de economische crisis niet mee zoals zij dat voelen in hun dagelijks leven. Wij moeten het niet stellen met de dalende kwaliteit van het onderwijs, de overvolle gevangeniscellen met journalisten en opposanten van het Erdogan-regime of de beperking van de vrijheid van meningsuiting.
Nee, wij hebben een mening die wij vrijuit kunnen uitspreken zonder levensingrijpende consequenties zoals een celstraf. Wij zijn vrouwen met een Turkse migratieachtergrond in België die een liefdesrelatie met een man kunnen beëindigen zonder angst om verminkt of vermoord te worden op klaarlichte dag. Wij zijn vrije mensen die het voorrecht hebben om te beslissen over het lot van miljoenen Turken die steunen op de kracht van de democratie om hun levens en die van de volgende generaties te zien veranderen.
De arrogantie waarmee Belgische Turken zich dat recht toe-eigenen alsof het een vanzelfsprekendheid is, toont bij elke verkiezing nogmaals de subtiele onrechtvaardigheid van de Turkse democratie aan. Er zijn altijd verliezers in een democratie maar wanneer buitenstaanders (ja Belgische Turk, jij bent een buitenstaander) zich beginnen moeien met de binnenlandse politiek, de organisatie en structuur van een samenleving en de toekomst van dat land, dan kan je moeilijk spreken over democratische rechtvaardigheid. Nee, dat is te simpel en moreel oneerlijk. Daarom mogen Belgische Turken hun morele verantwoordelijkheid in deze niet ontlopen.
Gedweep met heimat
Maar wat is dat gedweep met de heimat, met het nationalisme en met Erdogan? Hoe komt het dat Belgische Turken van de tweede en derde generatie beslissen over het lot van hun leeftijdsgenoten? Wat maakt dat de 20-jarige Berk uit Antwerpen, die hier geboren is, zich geroepen voelt om te beslissen over de toekomst van de even oude Hatice uit Ankara? Misschien is het ook wel onze eigen stomme schuld en zijn wij ook deel van het probleem, zegt mijn moeder. En dat zette mij aan het denken.
Als ik de familiealbums vluchtig doorblader, zie ik een 8-jarige Pinar op het podium. Ik heb een T-shirt met een Turkse vlag aan en ik herinner mij dat ik op het podium een liedje van de bekende Turkse zanger Zülfü Livaneli zong op de Dag van het Kind. Een officiële Turkse feestdag op 23 april die in België, in Overpelt zelfs, uitgebreid gevierd werd op de school waar ik samen met nog een twintigtal andere kinderen van Turkse origine mijn kindertijd sleet.
Woensdagnamiddagen waren verplichte Turkse les waar wij werden ondergedompeld in de Turkse taal en het Turkse nationalisme zonder dat wij ons daarvan bewust waren. Kinderbreintjes dienden gekneed te worden om te dwepen met Atatürk, de Turkse vlag en de Turkse identiteit. Elke les dienden wij de Turkse eed af te leggen met als einde de fameuze zin: wat ben ik blij mezelf een Turk te noemen.
Onze schrille kinderstemmetjes schreeuwden om ter luidst, niet wetende wat wij eigenlijk opzegden. Onze ouders leerden ons over de vader van de Turken, de opa van alle Turkse kindjes: wij voelden ons meer verbonden met deze man dan met onze biologische grootouders die wij maar om de paar jaren terugzagen in de heimat. De vlag was onze identiteit, het nationalisme onze missie. Wij leerden over Turkije, de dag van de overwinning op 30 augustus, bezochten het mausoleum in Ankara waar Atatürk begraven is en negeerden de kwestie godsdienst.
Taboe over sluier
Ja, inderdaad, wij waren deel van het probleem omdat er miljoenen vrouwen werden uitgesloten in de republiek Turkije omdat ze een sluier droegen. Vrouwen die hun identiteit wilden aanvullen met een lapje stof werden weggehoond en zelfs niet gezien als volwaardige burgers maar als tweederangsburgers die volgens de radicale seculieren geen plaats verdienden in de samenleving.
Seculiere politici toonden hun lelijkste gezichten in het jaar 1999 toen een vrouw met sluier van de Fazilet Partisi of de Deugdpartij (de politieke partij van Milli Görüs, het Turks islamisme) was verkozen in het parlement. Ze werd uitgejouwd en uit het parlement verwijderd op haar eerste dag als democratisch verkozen parlementslid omdat ze haar sluier niet wilde afzetten om de eed af te leggen.
De seculiere en linkse democraat Bülent Ecevit eiste dat ‘deze vrouw’ op haar plaats zou worden gezet. Deze vrouw had een naam, Merve Kavakci, maar de seculieren behandelden haar als de grootste bedreiging van de republiek Turkije. Een zoveelste vernedering voor de religieus Turkse gemeenschap. Een zoveelste bevestiging voor Recep Tayyip Erdogan die in alle discretie zijn politieke carrière uitstippelde en zijn partij in het jaar 2001 lanceerde als de partij van de conservatieve democraten.
En wij, de Turkse Belgen en vooral de seculiere Turken, waren niet voorbereid op deze omwenteling in de Turkse politieke geschiedenis. Verontwaardiging is een uiting van machteloosheid en dat is exact wat de seculiere Turken nu voelen. De huidige generatie seculiere Turken betaalt nu de prijs voor de verkrampte houding van de oud-seculiere garde tegenover de Turkse islam.
Vernedering gewraakt
Het is een feit dat Erdogan de identiteit van de islamitische Turk heeft gevormd, erkend en een upgrade heeft gegeven. Zij bestaan nu en niet alleen in de Anatolische dorpen waar de bevolking zich nog laat adviseren door de lokale imam, zoals meneer pastoor met de Vlamingen in de jaren 50. Erdogan gaf de vrouw met een hoofddoek een plaats in de samenleving: de universiteiten, de overheidsinstellingen en zelfs de regering zijn nu bakens van vrijheid voor de Erdogan-Turk.
‘Mijn gesluierde zuster’ (de fameuze uitspraak van Erdogan) is nu een minister, een rechter, een leraar, een volwaardig lid van de Turkse samenleving. Het trauma van de zoveelste vernedering in 1999 zal nooit slijten maar is nu gewraakt door de man die de Turkse seculieren heeft bekampt met ongelijke (!) wapens maar met een krachtige overtuiging om Turkije terug te geven aan de moslims, de echte Turken die van hun land houden. De elitaire seculieren zijn vernederd door een man zonder universitaire diploma’s die ook nog eens in een volkse buurt van Istanbul is opgegroeid. Hij vertegenwoordigt daarnaast alle ongeschoolde Turken die de armoede in hun Anatolische dorpen zijn ontvlucht en zijn neergestreken in West-Europa.
Het is dan ook geen toeval dat Turken in de Verenigde Staten en andere landen zoals Canada en Australië voor oppositiekandidaat Kemal Kilicdaroglu hebben gestemd. Zij zijn hoger opgeleid en lezen meer, raadplegen meerdere bronnen als het gaat over de actualiteit in Turkije terwijl de West-Europese Turk verknocht is aan Turkse propaganda-tv en geestdodende series.
Nationalisme herkauwen
Belgische Turken dragen deze trauma’s van generatie op generatie over. En hun kinderen blijven het Turks nationalisme van hun ouders herkauwen. Nationalisme is op zich niet verkeerd en identiteit is niet zo simpel en mag niet verengd worden tot één eigenschap. Het is niet omdat ik hier geboren ben dat ik niet trots mag zijn op de Turkse literatuur, de Turkse keuken of muziek.
De Turkse cultuur is zo rijk dat we ons niet zouden mogen focussen op enkel maar godsdienst of politiek. En dat is waar de meeste Belgische Turken de mist ingaan in de Turkse opvoeding. Wij werden opgevoed met de Turkse politiek, met links en rechts in Turkije en de pijn en het leed van de verschillende staatsgrepen. Met vooroordelen over andere etnische minderheden zoals de Koerden en de Armenen in Turkije.
De nationalistische moord op Hrant Dink, een journalist in Turkije van Armeense afkomst, is zo’n tragisch voorbeeld. Nationalistische ouders in België vertelden hun kinderen dat hij een landverrader was, een Armeense spion. Dat maakte dat ik een Armeense hoer was voor de Turkse jongeren in België toen ik Erdogan bekritiseerde in mijn opiniestukken. De generatie Turken die hier geboren is, neemt klakkeloos de opruiende taal van haar Turkse ouders over.
Politieke ongeletterdheid
Ongeletterdheid is geen schande, maar politieke ongeletterdheid is gevaarlijk. Dat bewijzen de vechtpartijen tussen de voor- en tegenstanders van Erdogan in Nederland en Duitsland waar er zelfs doden vielen tijdens deze verkiezingsronde. En ook dat is weer een hardnekkige eigenschap van de Turken die van generatie op generatie wordt overgedragen. Onverdraagzaamheid zal altijd een rode draad zijn in de Turkse cultuur. We lachen de Europese Turk minzaam uit wanneer hij oppervlakkige argumenten opwerpt als we hem ondervragen over zijn stemgedrag. Maar niemand kan zo overtuigd en gepassioneerd praten over Erdogans beleid als de toerist die zijn heel jaar plant rond een autovakantie in Turkije in de zomermaanden.
Goede wegen en infrastructuur en waardevolle euro’s die voor goedkope Turkse lires geruild worden zijn voor de 20-jarige Berk uit Antwerpen een bijkomend argument om voor Erdogan te stemmen. Maar de 20-jarige Hatice uit Ankara zal zich Berk, de Belgische Turk, herinneren als een verwaand toeristje dat niet weet wat knokken voor je stem betekent.
De tweede en beslissende ronde van de presidentsverkiezingen in Turkijke vindt nu zondag (28/5) plaats. Zittend president Erdogan neemt het op tegen oppositiekandidaat Kilicdaroglu.
Na 5 jaar in Istanbul gewerkt en gewoond te hebben, en de kansloze opstand tegen Erdogan letterlijk vanop de eerste rij meegemaakt te hebben, kan ik deze opmiei volledig beamen. Zeer inzichtvol.